Winstmodellen voor het bos (?)

Dat een bos ongelooflijk veel winst oplevert, weten de meesten van jullie al. Veel bossen helen niet alleen zichzelf en hun vele bewoners, ze dragen ook nog bij aan de bescherming van een groot gebied om hen heen. Ze brengen koelte en schaduw, stabiliseren de grond, voeden de bodem, reguleren het water, bewaken de biodiversiteit, filteren de lucht. Toch blijkt het vaak nodig bossen te voorzien van een korte termijn prijskaartje, uitgedrukt in monetaire eenheden, als je wil voorkomen dat ze gekapt worden. Dat geldt zeker ook voor het stuk miombo bos van de Minamba Research Farm in Zambia, gelegen in een gebied met een zeldzaam hoge biodiversiteitsscore, gepaard met een zeldzaam hoge ontbossingsgraad.

In de veronderstelling dat je de perverse Homo Economicus alleen kan verslaan met zijn eigen wapens, ging een team studenten van de Universiteit van Wageningen op zoek naar manieren om de gebruikers van de onderzoeksboerderij het hele jaar door van een ‘regeneratief’ inkomen te voorzien: een inkomen dat niet alleen de bosgebruikers, maar ook het bos zelf ten goede komt. Ze keken daarbij niet alleen naar de inkomsten voor de Minamba Research Farm zelf, maar ook naar mogelijkheden om deze winstmodellen ook voor andere stukken miombo te gebruiken, zodat niet alleen onze eigen bos beschermd wordt, maar ook dat van andere bosgebruikers die hiermee aan de slag willen.

De studenten verkenden zeven inkomstenmodellen die samen een jaarrond inkomen zouden moeten kunnen generen, zeker als het ons lukt de komende jaren ook wat toeristen te lokken. Naast de manieren die we al bedacht hadden, wezen ze ons ook op de mogelijkheden van de verkoop van zaden en een natuurvriendelijke manier om vissen te kweken. Daarnaast merkten ze op dat we inkomen uit ecosysteemservices als het vastleggen van CO2 en het beschermen van biodiversiteit voorlopig wel op onze buik konden schrijven: de investeringskosten daarvoor zouden veel te hoog zijn voor kleine bosboeren. Extra reden om ons te focussen op ons bestaande adoptiebomenplan, dat gelukkig wel gebruikt kan worden voor iedere boom.

Tenminste drie van die bosbevorderende winstmodellen (fruit, zaden & rupsen) moeten ook op andere bosboerderijen gebruikt kunnen worden. Samen met de leden van de Universiteit van Lokale Kennis (veelal jonge stadse Zambianen met een stukje land buiten de stad) gaan we de komende tijd kijken hoe we het fruit houdbaar kunnen maken, en er meer waarde aan kunnen geven, bijvoorbeeld door het te drogen of te verwerken tot siroop, snoep of iets anders.

Hieronder vindt je de hele presentatie:

Hidden Fruits #4: our Masuku!

masuku chilonga by deshThis is one of our latest assets: a fruiting Musuku, at full glory, at our new garden in Chilonga, Zambia. Otherwise known as the ‘Uapaca kirkiana’, ‘sugar plum’, ‘mazhanje’,  ‘chilundu’, ‘muhaka’, ‘kabofa’, ‘mazanje’, umhobohobo’, ‘mpotopoto’, ‘mahobohobo’ or simply ‘nsuku’, its thirty+ varieties are amongst the most popular wild fruits of Central, Eastern & Southern Africa. Not only do they provide a rich source of nutrition in places where food production can be generally poor, it’s also an appreciated source of fodder, honey, dye, cockroach repellent, wrapping materials, timber, charcoal and medicine.

Popular fruits

Whereas ‘musuku’ is the name of the tree, its fruits are called ‘masuku’. Eaten fresh, pounded into a drink or turned into a jam, butter, wine or syrup, they are one of the most popular fruits of the Miombo woodlands. Hundred grams of these fresh wild loquats gives you about a remarkable 11.8 mg of iron, joining forces with a extra-ordinary 16.8 mgs of vitamin C. Plus a 123 Kcalories, 0.3 grams of protein, 0.4 grams of fat, 2.1 grams of fibre, 17 mg of calcium, 39 mg of magnesium, 15 mg of phosphorus, 375 mg potassium and 10 mg of sodium. Yet, they are mostly liked for their juicy bite and sweet beautiful taste.

Uapaca_kirkiana

Plate depicting Uapaca kirkiana Müll.Arg. from “Trees of Central Africa” (1956)

The fruits grow on female trees of 5–13 meters with dark green, glossy leaves which are hardly ever attacked by pests, in areas with over 600 mm of rain per year. As they prefer well drained sand or soils low in organic matter, their presence indicates a poor agricultural soil. Yet, their presence will help improve the agriculture underneath as it helps preserve the soil it grows on.  It is useful in watershed management, provides good shade and forms a mutual association with the mycorrhizae that help other species develop well.

Many ways to feed a farmer

Besides providing fruits, the Musuku has other ways of providing food for people and animals: ashes from its wood are used for seasoning food, its flowers are valuable for honey production and its leaves are used as fodder for livestock, and are eaten by the bug ‘Encosternum delegoruri’, an important source of protein and money. If you want to eat the bug, and not have the bug eat (all of your) tree, you may want to harvest a few.

Apart from being eaten, its broad leaves are als used as wrappers for storage of processed food and are used as a cockroach repellent in homes. The roots are used to make a blue dye, and an infusion to treat indigestion and dysentery.  Perhaps unfortunately, the red wood of the masuku provides a good red fairly termite resistant timber as well as a good source for charcoal, too. To preserve this important tree from being chopped down, it’s worth realising it needs to develop about ten years before it gives its full harvest of fruits. By that time, sales of its fruits will far outweigh the short term financial gains from prematurely taking its woods.

‘I can come to no other conclusion than that Dr. Livingstone is out of his mind
and a most unsafe leader’, Sir John Kirk 1862

Sir John Kirk (1832-1922)

As usual, the tree has been known to local people long before it was named by Western recognised botanists. They derived  ‘Uapaca’ from the Malagasy name ‘voa-paca’ used for the Madagascar species; U. thouarsii, which was the 1st member of the genus to be scientifically described by Ballion. The specific epithet ‘kirkiana’ was given in honour of Sir John Kirk (1832-1922), explorer and naturalist, and companion to explorer David Livingstone, whom he did not highly recommend. ‘I can come to no other conclusion than that Dr. Livingstone is out of his mind and a most unsafe leader’, he wrote in 1862.

JohnKirk1908

Sir John Kirk in 1908 (December 19, 1832 – January 15, 1922)

Kirk later became a British administrator in Zanzibar, where he was allegedly instrumental in ending the slave trade. Apart from the masuku, his name was also given to a lizard (the Agama kirkii), an amphibian (Kirk’s caecilian, Scolecomorphus kirkii) and a monkey – the Zanzibar red colobus, a.k.a. ‘Kirk’s red colobus’ (Procolobus kirkii). 

Sources:

  • National Academies Press 2008, ‘Lost Crops of Africa: Volume III: Fruits’
  • Wikipedia, ‘Uapaca kirkiana’ and ‘John Kirk (explorer)’, October 1 2017
  • Food and Agriculture Organization of the United Nations 2013, ‘Nutrient composition of selected indigenous fruits from sub-Saharan Africa’
  • Forests, Trees and Livelihoods, Moombe  & Co. 2014, ‘Consumer preferences for Uapaca kirkiana fruits in Zambia’
  • World of AgroForestry, Uapaca kirkiana
  • ICRAF 2008, ‘Pest Management in Miombo Fruit Trees’

Photo: Masuku fruiting in our Chilonga garden, September 2017, by Desh Chisukulu